Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 5

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 473 woorden
  • 29 januari 2004
  • 61 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
61 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting Natuurkunde H5 -Licht plant zich rechtlijnig voor als de tussenstof homogeen (hetzelfde) is -Terugkaatsingwet van licht: 1>Invallende lichtstraal en teruggekaatste lichtstraal liggen in één vlak
2>Hoek van Inval is gelijk aan de hoek van inval => t=i (hoeken met de normaal haaks op het spiegelende oppervlak). -Reëel beeld: Virtueel beeld
Bestaand beeld Niet-bestaand beeld
Op te vangen op een scherm Niet op te vangen op een scherm -Breking van licht: 1>Invallende lichtstraal en gebroken lichtstraal liggen in één vlak
2>Verhouding tussen de sinus van de hoek van inval en de sinus van de hoek van breking is constant (Brekingswet van Snellius) (in formulevorm: sin i/sin r = n) (met normaal op het grensvlak) -Totale terugkaatsing? 1>Breking van de normaal af!(glas naar lucht, “hoge n” naar “lage n” 2>Hoek van inval moet groter zijn de grenshoek -De grenshoek is die hoek van inval waarbij de hoek van breking 90° is -De grootte van de grenshoek volgt uit: sin g = 1/n -‘Wit’ licht bestaat uit licht van verschillende kleuren: de kleuren van het spectrum -De brekingsindex (n)hangt af van de kleur van het licht: bij breking naar de normaal toe is de ‘n’ voor rood het kleinst en voor violet het grootst. -Bolle lens => + => convergerende werking

Holle lens => - => divergerende werking
Dunne lenzen: een lichtstraal op het optisch middelpunt, gaat ongebroken door. Een + lens heeft 2 hoofdbrandpunten, aan weerszijden van de lens op de hoofd as op gelijke afstand (f) op het optische middelpunt
Het brandvlak is een vlak door een hoofdbrandpunt, loodrecht op de hoofdas
Breking: + lens => lichtstralen van één punt uitgaan, gaan na Breking door een punt, of lijken na breking uit een punt te komen
Lensformule: 1/v + 1/b = 1/f
Bolle lens (+) ó f => positieve waarde
Holle lens (-) ó f => negatieve waarde
Reëel beeld ó f => positieve waarde
Virtueel beeld ó f => negatieve waarde
Lineaire vergroting = Hoeveel maal een voorwerp door een lens in een bepaalde richting vergroot wordt (N) N= |b/v| (absolute waarde) Natuurkunde H6
Om een voorwerp scherp te kunnen zien moet het oog sterker accommoderen als dat voorwerp zich dichter bij het oog bevindt
Sterkte => S = 1/f (sterkte in dpt en f in meter) 1 dpt = 1m^-1
Holle lens = Negatieve brandpuntafstand = Negatieve dpt

Bolle lens = Positieve brandpuntafstand = Positieve dpt
Wat voor oog? Oorzaak nabijheidspunt vertepunt wat voor bril nodig? Normaal - Normaal Oneindig geen
Bijziend a) dichterbij dichterbij negatief = holle lens
Verziend b) verder weg achter het oog positief = bolle lens
Oudziend c) verder weg oneindig positief voor dichtbij
a) Bijziend: convergerende werking te sterk
b) Verziend: convergerende werking te zwak
c) Oudziend: geringe elasticiteit van de ooglens, dus convergerende werking van het maximaal geaccommodeerde oog te zwak
Je ziet een voorwerp duidelijker als het dichter bij het oog staat. Je ziet het voorwerp dan onder een hoek: de gezichtshoek is dan groter. Daardoor is het netvliesbeeld groter

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.