Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Der Richter und sein Henker

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo/vwo | 3410 woorden
  • 21 maart 2013
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
11 keer beoordeeld

Der Richter und sein Henker

1948, 3 november

Alphons Clenin, politieagent uit Twann, vindt dat een bestuurder in een stilstaande auto super dronken is. Hij denkt dat de bestuurder slaapt. Maar de man is dood. Hij is door zijn slapen geschoten. Het lijk is van een politieagent, namelijk Ulrich Schmied. Schmied komt uit Bern. Er is weinig bloed. Clenin drukt de kerel een hoed op zijn hoofd, die hij bij de voeten van Schmied vindt, omdat hij het bloed dat er is een beetje eng vindt. Dan gaat hij aan het lijk lopen zeulen. Hij verschuift het naar de passagiersstoel, en laat de auto (die zonder benzine zit) de berg afrollen, tankt benzine, en rijdt vervolgens naar Biel. Hij komt in de file en beschrijft dit als een begrafenisstoet.

Bärlach zit in Bern, waar hij gestationeerd is. Hij heeft een reputatie opgebouwd in Constantinopel. Hij is daarnaartoe gegaan vanuit Frankfurt. Daar moest hij weg, omdat hij een Nazi-agent een knal verkocht had. Hij wil dit het liefst een paar dagen geheim houden in Bern. Lucius Lutz is de baas van Bärlach. Bärlach gaat naar de naar de Bantigerstrasse, waar Schmied bij de familie Schönler woonde. Hij woont daar op kamers. Mevrouw Schönler is aardig, beetje dikkig, woont op de begane grond, en ze weet niet meer dan dat Schmied in het buitenland is. Ze moet de map die Schmied heeft opsturen. Bärlach belazert haar een beetje door te zeggen dat hi in het buitenland zit, en dus ook geen contact met haar op mag nemen. Dat is verboden.

Het lijk is in Bern aangekomen, maar Bärlach gaat er niet naartoe. Hij houdt niet zo van doden. Bärlach heeft in dit gedeelte al last van zijn maag. Bärlach gaat naar Twann, the crime scene, waar Clenin het lijk gevonden heeft. Het is al laat in de middag, dus waarschijnlijk schemert het. Blatter is de chauffeur van Bärlach. Clenin is heel erg blij dat hij niet gigantisch op z’n flikker krijgt. Bärlach gaat op iets hards staan: een langwerpige kogel, die van een revolver komt. Bärlach heeft spijt van het glas wijn van de avond ervoor, want hij heeft de hele avond lopen kotsen. Op 4 november komt Tschanz zich melden. Schmied en Tschanz lijken op elkaar. Bärlach zegt dat Schmied een super goede en talentvolle politieagent was. Ze weten niet waarom Schmied op de plek was waar hij was. Hij had een net pak aan, en dat wijst erop dat hij naar iets belangrijks ging of vandaan kwam. Schmied heeft op 2 november een G in zijn agenda genoteerd. Het kan geen afspraak met zijn vriendin zijn, want die heet Anna. Iedere keer als Schmied wegging in een net pak staat er ook een G in zijn agenda genoteerd.

Tschanz mag van Bärlach niet weten wie zijn verdachte is, omdat hij wil dat Tschanz nuchter naar de zaak kijkt. Hij verzwijgt voor Tschanz dat hij de map meegenomen heeft. Bärlach heeft Tschanz met opzet in dienst genomen, omdat hij denkt dat Tschanz de moordenaar is. Bärlach heeft thuis een slangenmes staan. De kop is van een slang vormt het handvat, en de rest van het lijf is de rest van het lemmet. De blauwe auto die Schmied had werd ook wel de Blauwe Sharon genoemd. Sharon is in de Griekse mythologie de veerman die de doden naar de onderwereld brengt.

Hier mis ik een stuk over dat ze ontdekken dat de G van Gastmann is, en wat er precies gebeurd als ze bij Gastmann op bezoek gaan. Dit is wat ik wel mee heb gekregen: Bärlach en Tschanz gaan bij Gastmann langs. Wat er precies gebeurd weet ik niet, maar Bärlach laat zichzelf aanvallen door een hond, zodat Tschanz gedwongen is om de hond dood te schieten. Op de een of andere manier krijgt Bärlach Tschanz dan weg, en neemt de hond mee. Tschanz gaat weer terug naar Gastmann en wil de hond meenemen, maar die is weg. Het wapen waarmee Schmied dood is geschoten is een revolver, en Tschanz heeft ook een revolver. Daarmee heeft hij de hond doodgeschoten. De kogel die in de hond zit, kan dus overeen gaan komen met de kogel die bij Schmied gevonden is.

Von Schwendi is advocaat en is kolonel in het leger. Jean Pierre Charnel is agent in Lamboing. Volgens Charnel is Schmied die avond niet bij Gastmann geweest. Hier word voor het eerst ook Der Schriftsteller genoemd. Hij kent Gastmann goed en hij is wel bij Gasmann geweest. Gastmann betaalt de belasting voor het hele dorp, dus zullen de bewoners ook wel wat voor Gastmann doen. Als Tschanz terug rijdt (nadat hij de hond op wilde halen) staat er precies op de plek waar de auto met Schmied erin gevonden is iemand tegen de rotsen aangeleund, en geeft de auto een stopteken. Deze scene is eigenlijk een herhaling van de moord op Schmied. Tschanz realiseert zich plotseling wat de situatie is. De persoon die tegen de rotsen aangeleund staat is Bärlach. Tschanz wordt zo wit als een lijk, op het moment dat Bärlach instapt heeft hij (Tschanz) zijn hand op een pistool liggen. Als Bärlach thuis komt haalt hij het pistool uit z’n zak (dat hij voor de zekerheid bij zich droeg), en blijkt zijn arm ook dik ingepakt te zijn. Hij was dus voorbereid op de hond (die hem in z’n arm heeft gebeten). Bärlach heeft Tschanz dus inderdaad in de val gelokt.

De dag erop heeft Bärlach ruzie met Tschanz en gaat Von Schwendi bij Lutz lopen klagen. Bärlach gaat de Schriftstelller opzoeken, en wil niet graag naar de begrafenis van Schmied. Von Schwendi kent Lutz, en begint hem te intimideren. Hij begint met Verehrter Lutz, daarna Liever Lutz, daarna Dökterli. Hij begint ook irritant met zijn vingers op Lutz’ bureau te trommelen. Schmied is bij Gastmann geweest als Dokter Prantl, als privédocent Amerikaanse geschiedenis. Hij was dus undercover. De politie weet alleen nergens van. Von Schwendi zegt dat als ze Gastmann met rust moeten laten, en als ze iets van hem willen eerst naar hem toe moeten komen. Lutz vindt dat Gastmann en Von Schwendi de politie dan eerst maar eens moeten gaan vertellen wat Schmied bij hen deed. Lutz krijgt een lijst van Gastmann met alle namen van de op die bewuste avond aanwezigen. Groep 1: kunstenaars. Groep 2: industriëlen. Groep 3: mensen waarvan de politie niks mag weten. Bij Gastmann word een politiek spelletje gespeeld, en Lutz snapt er geen bal van. Het gaat om mensen die van een ambassade komen, en waarvan niet bekend mag worden dat ze in contact staan met industriëlen. Officieel is er al een akkoord maar dat hoeft de buitenwereld niet te weten. Schmied is gewoon getuige van die geheime besprekingen. Door Von Schwendi met allerlei bewijzen komt is Lutz gedwongen Gastmann met rust te laten. Voor de camouflage waren die kunstenaars aanwezig. Schmied was dus eigenlijk een spion, en doet dat voor iemand anders. Gastmann is ooit diplomaat geweest voor Argentinië in China, en ook voorzitter van een industriële groep. Hij woonde in Lamboing. Ze laten Gastmann verder met rust en spreken af dat als ze hem wat willen vragen ze eerst naar Von Schwendi komen de vraag.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Op de begrafenis liggen op de begraafplaats veel gedolven graven. De pastoor staat voor het graf en leest voor uit de bijbel. Bärlach ziet Anna voor het eerst in levende lijve bij de begrafenis van haar vriend. Er is ook een soort stadsfanfare bijgekomen om eventueel plechtige muziek te spelen. Het is verschrikkelijk hondenweer. Plotseling, onder de begrafenis, komen er twee mannen nogal bezopen en super hard zingend aan. De twee hebben een krans bij zich, met het lint dat over de grond sleept. Ze vernietigen diverse graven door kruizen om te gooien. OP het lint staat: “Ter nagedachtenis aan onze lieve Dokter Prantl”. Waarschijnlijk zijn het mensen van Gastmann. Alleen Bärlach en Lutz weten dat Schmied bekend was onder de naam Prantl. Gastmann doet dit waarschijnlijk als waarschuwing.

Als Bärlach thuis komt zit er een man achter zijn bureau met zijn slangemes te spelen. De twee mannen kennen elkaar (Gastmann en Bärlach). Gastmann bladert in de map van Schmied. Er wordt hier gezegd dat Gastmann een topcrimineel is. 40 jaar geleden hebben Gastmann en Bärlach elkaar in Istanbul ontmoet in een joodse kroeg. Bärlach was eigenlijk binnen gehaald om de zaak te reorganiseren. Hij zegt dat hij een misdaad kan plannen zonder dat het als misdaad gezien kan worden. Er is een weddenschap gesloten: Hij (Gastmann) kan in het bijzijn van Bärlach een misdaad plegen zonder dat Bärlach kan bewijzen dat Gastmann het gedaan heeft. Gastmann heeft een koopman van een brug afgesmeten, die niet kon zwemmen, en Bärlach sprong erachteraan. Bärlach hebben ze kunnen redden, de koopman niet. De weddenschap was dat de een iemand kan vermoorden op klaarlichte dag, en dat Bärlach niet in staat zou zijn dat te bewijzen. Het was hartstikke druk op die brug, en niemand kon bewijzen dat Gastmann het had gedaan. De koopman was al niet meer helemaal schoon, want zijn zaak ging failliet, en omdat te redden ging hij iets duisters doen, dat dus niet goed was. Gastmann zegt dat Bärlach altijd al een stap achter liep. Om de paar jaar werd Bärlach weer geconfronteerd met Gastmann, en elke misdaad was niet te bewijzen door Bärlach. Gastmann deed waar hij zin in had. Als hij braaf wilde zijn deed hij dat, en als hij iemand dood wilde deed hij dat ook. Gastmann is naar Lamboing terug gegaan omdat hij daar geboren is. Zijn moeder is allang dood en op zijn 13e is hij weggelopen. Gastmann smijt met het mes naar Bärlach. Het raakt heel licht zijn wang. Schmied had een map samengesteld met allerlei gegevens, maar die neemt Gastmann mee. Na het bezoek van Gastmann krijgt Bärlach pijn in zijn maag. Gastmann weet dat Bärlach nog maar een jaar te leven heeft (hij heeft maagkanker. Daarom heeft hij altijd last van zijn maag). Lutz zegt tegen Bärlach dat hij Gastmann met rust moet laten, en Bärlach zegt braaf ja. Hij gaat een week met ziekteverlof. Tschanz wordt nerveus door de kogel en omdat hij de schuld niet meer in de schoenen van Gastmann kan schuiven. Hij koopt ook de wagen van Schmied over. Ook komt hij erachter dat de map van Schmied door Bärlach meegenomen is. hij heeft dat gehoord van Mevrouw Schönler.

Als Bärlach weer op het werk komt gaan ze naar de Schriftsteller. De schrijver wordt door Bärlach een beetje misbruikt. Hij zit bij een gebrandschilderd raam. Ze proberen de zaak niet te forceren. Door de lichtbron op de achtergrond zien ze alleen maar een silhouet. Hij is door Gastmann al ingelicht over de omstandigheden op de bewuste avond. De schrijver vraagt of hij Schmied zou hebben kunnen vermoord. Bärlach zegt dat hij dat niet zou doen. Het voorval op de begraafplaats was waarschijnlijk een grapje voor het feit dat Gastmann zijn hond doodgeschoten hebben. Tschanz wordt door het licht geïrriteerd en probeert de schrijver in het gezicht te kijken. Ze (Bärlach en de Schriftsteller) discussiëren over koken en gerechten en Tschanz word geïrriteerd en vloekt innerlijk. Hij vraagt: “Heeft Gastmann Schmied vermoord?”. Er wordt gezegd: “Als Schmied voor middernacht vermoord is kan hij dat niet gedaan hebben, want Gastmann was om 10 voor half 1 nog thuis”. De schrijver bevestigd dit. Voordat de schrijver afscheid van Gasmann nam, nam Schmied afscheid. De schrijver zegt dat hij alleen maar naar Gastmann toegaat omdat hij lekker kookt. Volgens hem is Gastmann een slecht mens. De schrijver zegt dat hij denkt dat Gastmann elke misdaad kan plegen die hij wil. Dit speelt Tschanz in de kaart. Wat Gastmann doet is afhankelijk van het toeval. Tschanz wil naar Gatmann maar Bärlach vertelt nogal nonchalant dat ze hem met rust moeten laten, waardoor Tschanz nog pissiger wordt. Tschanz wil de moordernaar pakken. Bärlach herhaalt dat heel cynisch, en Tschanz beaamt dit. Bärlach zegt heel simpel: “Gastmann is de moordenaar niet.” Tschanz zegt dat ze daarom bij zijn dienaren moeten kijken. Tschanz is zo paniekerig dat hij tegen Bärlach zegt dat hij tegen Lutz moet zeggen dat ze bij Gastmann langs moeten, omdat hij de moordenaar wil ontmaskeren, zodat hij niet langer als lullig politieagentje wordt gezien.

Samuel Hungertobel komt om de hoek kijken. Bärlach vraagt hij met iemand over zijn ziek te gesproken heeft (aangezien Gastmann dit wist).  Bärlach ziet ook dat er een blondharig iemand (Anna) bij Tschanz in z’n blauwe Mercedes zitten. Hungertobel zegt dat er was ingebroken, maar omdat er geen geld verdwenen was vergat hij aangifte te doen. Het dossier van Bärlach is wel ingekeken. Hungertobel zegt dat ze in drie dagen moeten opereren, en Bärlach vraag hoe het nou eigenlijk met hem is. Hij wist dus eigenlijk niks in dat gesprek met Gastmann. Bärlach zegt dat hij na de operatie nog maar een jaar te leven heeft, want dat heeft hij van degene die zijn dossier gelezen heeft.

Bärlach wordt ’s nachts om 2 uur wakker in zijn bibliotheek. Eerst denk hij dat het komt door het middel dat hij van Hungertobel gekregen heeft, maar dan voelt hij een zucht wind. Het raam slaat dicht en een deur gaat dicht in de gang. Hij pakt zijn revolver en maakt ‘m schietklaar. Degene op de gang doet het licht aan om het vervolgens kapot te schieten. Bärlach denkt dat het tot een gevecht gaat komen. Hij staat in een donker gedeelte klem tegen de muur, maar hij kan geen kant op. Als iemand met een zaklamp de kamer binnenkomt bij Bärlach schieten, maar dan gaat het licht weer uit. De gestalte heeft het slangenmes. Bärlach heeft zich eigenlijk al een beetje opgegeven (hij heft immers nog maar een jaar te leven), maar nu er een moordenaar is wil hij overleven. Als de gestalte uiteindelijk weer weg is draait Bärlach een nieuwe stop in de meterkast. Doordat er geschoten is op de lamp is er namelijk kortsluiting ontstaan. Bärlach heeft gezien dat de inbreker leren handschoenen droeg. Als Tschanz komt zegt Bärlach dat hij weet wie er binnen is geweest. Tschanz wordt hier een klein beetje panisch van. Hij moet van Bärlach gaan. Als Tschanz goed nadenkt begint hij zachtjes te vloeken. Terwijl Tschanz wegliep heeft Bärlach de deur al op slot gedaan. Hij deed dus alsof hij sliep toen Tschanz wegging.

Bärlach wordt ’s nachts om 2 uur wakker in zijn bibliotheek. Eerst denk hij dat het komt door het middel dat hij van Hungertobel gekregen heeft, maar dan voelt hij een zucht wind. Het raam slaat dicht en een deur gaat dicht in de gang. Hij pakt zijn revolver en maakt ‘m schietklaar. Degene op de gang doet het licht aan om het vervolgens kapot te schieten. Bärlach denkt dat het tot een gevecht gaat komen. Hij staat in een donker gedeelte klem tegen de muur, maar hij kan geen kant op. Als iemand met een zaklamp de kamer binnenkomt bij Bärlach schieten, maar dan gaat het licht weer uit. De gestalte heeft het slangenmes. Bärlach heeft zich eigenlijk al een beetje opgegeven (hij heft immers nog maar een jaar te leven), maar nu er een moordenaar is wil hij overleven. Als de gestalte uiteindelijk weer weg is draait Bärlach een nieuwe stop in de meterkast. Doordat er geschoten is op de lamp is er namelijk kortsluiting ontstaan. Bärlach heeft gezien dat de inbreker leren handschoenen droeg. Als Tschanz komt zegt Bärlach dat hij weet wie er binnen is geweest. Tschanz wordt hier een klein beetje panisch van. Hij moet van Bärlach gaan. Als Tschanz goed nadenkt begint hij zachtjes te vloeken. Terwijl Tschanz wegliep heeft Bärlach de deur al op slot gedaan. Hij deed dus alsof hij sliep toen Tschanz wegging.

De volgende dag vraagt Bärlach om een taxi, als plots iemand aan hem vraagt of hij lekker geslapen heeft. Het is Gastmann en hij heeft bruine handschoenen aan. Gastmann zegt dat iedereen die zich met hem bemoeit heeft dood gegaan is. Met andere woorden: hij bedreigt Bärlach. Bärlach zegt hierop dat hij zich altijd met Gastmann bemoeit heeft (zie weddenschap). De chauffeur rijdt als een gek. Gastmann vraagt aan Bärlach of hij nog steeds denkt dat hij Schmied vermoord heeft. Bärlach zegt dat hij daar geen moment aan heeft gedacht. Maar hij zegt wel dat hij hem de moord op Schmied in de schoenen gaat schuiven en dat hij gaat bewijzen dat Gastmann het gedaan heeft, ook al heeft hij dat niet. Als Gastmann hem nog een keer tegenkomt vermoord hij Bärlach. Bärlach zegt dat hij dat niet doet, en dat hij de enige is die hem kent. Hij zegt ook tegen Gastmann dat hij (G) de avond niet meer zal halen. (“Ik stuur vanavond mijn beul bij je langs”) Gastmann gaat dus dood.

Tschanz zegt tegen Anna dat hij vandaag de moordenaar te pakken krijgt en of ze met hem wil trouwens als hem dat lukt. Ze stemt ermee in. Tschanz loopt met een gestaag tempo dwars door de wijngaarden naar Gastmann toe. Hij heeft zijn rechter hand in zijn zak (zit waarschijnlijk pistool in). Hij gaat naar Lamboing. Als hij bij het huis van Gastmann is staan de twee dienaren en Gastmann klaar om te vertrekken. Tschanz schiet drie keer op personen. Hij laat zich opzij vallen, maar doet dat pas als hij door één van de dienaren ergens in de buurt van zijn oksel geschoten wordt. Gastmann en de twee dienaren zijn dood. Eén van de twee dienaren heeft een pistool in zijn linkerhand vast.

Als later alle dingen aan ziekenwagens, politie opgeroepen zijn moet e’’en van de meiden, de bruid van de politieagent, huilen dat hij dood is. Channel (politieagent) schaamt zich dood. Lutz en Von Schwend zijn daarna op bezoek in het mortuarium bij de lijken. Von Schwendi vindt dit vervelend, want Bärlach had opdracht gekregen om zich niet meer met Gastmann te bemoeien. Maar nu is Gastmann dood en blijkt hij ook nog crimineel te zijn. Von Schwendi voelt zich dus nogal belazerd. Het is niet alleen het wapen, maar hij heeft ook nog een map met alle informatie van Schmied. Hij zegt (Lutz) dat Schmied allerlei belastende informatie had over Gastmann en Gastmann hem daarom vermoord zou hebben. De doden worden zichtbaar gemaakt en Bärlach kijkt naar een wassen gezicht. Lutz en Von Schwendi zijn een beetje van de leg omdat Gastmann dood is. De dood kruipt bij Bärlach naar binnen, maar Bärlach wil nog steeds blijven leven. De dood accepteerd hij dus niet.

Bärlach nodigt Tschanz uit om te komen eten. Er is plotseling een dienstmeisje, er staat een kandelaar op tafel met kaarsen erin. Bärlach’s huis straalt een ongekende rust uit. Hij nodigt Tschanz uit om aan tafel te komen zitten. Tschanz is een beetje in shock. Er komt iemand binnen met borden vol eten. Bärlach schept zijn bord tot de rand toe vol. Tschanz neemt maar een klein portie. Tschanz vraagt aan Bärlach waarom hij al 5 glazen wijn opheeft, en Bärlach zegt dat hij dat wel kan hebben, omdat hij eindelijk de moordenaar van Schmied heeft gevonden. De schaduw die op de muur geworpen word (het hele huis is donker, alleen de kaarsen zijn aan) heeft een griezelig effect op Tschanz. Bärlach komt eng over op hem. Hij is gigantisch aan het schrokken. Als een wild dier. Hij voelt zich totaal niet op zijn gemakt. Het koude zweet begint hem over de rug te lopen. Tschanz egt dat hij altijd al het gevoel gehad heeft dat Bärlach het wist. Bärlach zegt ook dat hij het weet. Tschanz probeert zich eruit te redden met dat hij niks kan bewijzen. Bärlach wordt vergeleken met een tijger die met zijn slachtoffer speelt. Tschanz was jaloers op Schmied en daarom heeft hij hem vermoord. Hij was jaloers op Schmied zijn baan en zijn vriendin/vrouw. Schmied moet Tschanz herkent hebben. Tschanz zegt dat Bärlach met hem gespeeld heeft, maar Bärlach zegt dat hij een moordenaar nodig had om een andere moordenaar te vinden. Tschanz ik ook degene waarvan Bärlach wist dat hij de inbreker was en die met het slangenmes gegooid heeft. Bärlach zegt dat hij Tschanz in het nauw heeft gedreven en ervoor gezorgd dat Tschanz uiteindelijk Ganstmann vermoord heeft. Bärlach stuurt Tschanz weg en zegt dat hij weg moet gaan en niet meer terug moet komen. De volgende morgen vindt Lutz Bärlach in zijn kamer. De auto van Tschanz is onder een trein gekomen, en Tschanz lag eronder. Dood. Hierna wordt Bärlach geopereerd à Der Verdacht.

REACTIES

J.

J.

Hele goede samenvatting!

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.